K2 ww spelling vdw

• Nedelands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Taal: werkwoordspelling

Tot nu toe:

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm verleden tijd

• Sterke werkwoorden
•  Zwakke werkwoorden

Wat zijn ook alweer sterke werkwoorden?

Sterke werkwoorden:

Werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.

lopen-liepen

denken-dachten

vinden-vonden

Leg uit of geef een voorbeeld waarom 'lopen' een magisch werkwoord is.

Het magische ww lopen

Bij werkwoorden waarvan de stam eindigt op een -d-

(vinden, worden, melden, binden, landen, antwoorden)

hoor je niet of de laatste letter een -d- of een -t- is. 

Vervang het ww door lopen en je hoort het wel!

Hij ... (beantwoorden) de vraag.

... (landen) het vliegtuig op tijd?

Ik ... (melden) het voorval bij de agent.

... (verbinden) jij de wond even?

... (wordt) je neef morgen opgehaald?

Huiswerk

Aantal zinnen bespreken. Pak het erbij.

Persoonsvorm

-Tegenwoordige tijd

-Verleden tijd

Eerste werkwoord in een zin. 

Soms enige werkwoord in een zin.

Meer werkwoorden in een zin:

Ik ga shoppen.

Ik ga zitten breien.

Ik wandel.

Ik heb gewandeld.

Ik zing.

Ik heb gezongen.

Wat is het voor ww?

Hij deed echt zijn best.

1. persoonsvorm tt
2. persoonsvorm verleden tijd
3. voltooid deelwoord
4. heel werkwoord

Wat is het voor ww?

Hij heeft echt zijn best gedaan.

1. persoonsvorm tt
2. persoonsvorm verleden tijd
3. voltooid deelwoord
4. heel werkwoord

Wat is het voor ww?

Hij heeft zijn best gedaan.

1. persoonsvorm tt
2. persoonsvorm verleden tijd
3. voltooid deelwoord
4. heel werkwoord

Wat is het voor ww?

De leerlingen hadden een avontuur beleefd.

1. persoonsvorm tt
2. persoonsvorm verleden tijd
3. voltooid deelwoord
4. heel werkwoord

Wat is het voor ww?

Hij zit lekker te vissen.

1. persoonsvorm tt
2. persoonsvorm verleden tijd
3. voltooid deelwoord
4. heel werkwoord

Voltooid deelwoord

Begint vaak met be-, ver-, ge-

Eindigt vaak op -en, d/t

En dat laatste kan lastig zijn! Maar...

Laatste letter voltooid deelwoord: 

Langer maken: gegooi...> gegooide (bal), dus gegooid.

Kijk naar de  vt: het gebeurde weer, dus het is gebeurd.

Het gebeurt weer. Het is weer gebeurd.

Zij beantwoordt de vraag. Zij heeft de vraag beantwoord.

Stappen

1. Is het een persoonsvorm? Zo ja, welke tijd?

-tegenwoordige tijd

-verleden tijd

• sterke werkwoorden
• zwakke werkwoorden> 'T KoFSCHiP X 

2. Zo nee, is het een heel werkwoord? Pas dan de gewone spellingsregels toe.

3. Zo nee, is het een voltooid deelwoord? Let op de laatste letter, d of t.

Maken

Werkblad 8 en 9 van deel 1.